Een overeenkomst op afstand is onderworpen aan een aantal specifieke regels. Zo moet de consument bij het aanbod van een overeenkomst op afstand, maar ook na afsluiten van de overeenkomst op afstand wettelijk bepaalde informatie ontvangen. In principe zal de consument ook beschikken over het recht om de overeenkomst te herroepen binnen een termijn van minstens 14 dagen. Een onderneming die om welke reden dan ook niet onder deze regels wil vallen, doet er dan ook goed aan ervoor te zorgen dat zij geen overeenkomst op afstand sluit. Een goed begrip van de ‘overeenkomst op afstand’ is dan ook noodzakelijk.
Definitie van ‘overeenkomst op afstand’
‘Overeenkomst op afstand’ wordt gedefinieerd in artikel 2, 21° Wet Marktpraktijken als ‘elke overeenkomst tussen een onderneming en een consument inzake goederen of diensten die wordt gesloten in het kader van een door de onderneming georganiseerd systeem voor verkoop van goederen of diensten op afstand waarbij, voor deze overeenkomst, uitsluitend gebruik gemaakt wordt van een of meer technieken voor communicatie op afstand tot en met de sluiting van de overeenkomst zelf’. De meest essentiële elementen in deze definitie werden van onderlijning voorzien.
Voor dit bericht is vooral de voorwaarde van belang dat uitsluitend gebruik wordt gemaakt van één of meer technieken voor communicatie op afstand tot en met de sluiting van de overeenkomst. Een ‘techniek voor communicatie op afstand’ wordt in artikel 2, 22° Wet Marktpraktijken gedefinieerd als ‘ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van onderneming en consument, kan worden gebruikt voor de sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen’.
Toepassing van de definitie
Onlangs (25 september 2012) kreeg de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen de kans zich uit te spreken over een vraag met betrekking tot de definitie van ‘verkoop op afstand’. Een onderneming gaf op haar website de mogelijkheid om een offerte te vragen, maar verder werden geen elementen aangebracht met betrekking tot de precieze wijze waarop de overeenkomsten werden afgesloten. De rechter oordeelde dat het loutere feit dat een offerte online kan worden aangevraagd onvoldoende is om te spreken van een overeenkomst op afstand.
Deze uitspraak baseert zich op de definitie van ‘overeenkomst op afstand’. Met een loutere offerte die kan worden aangevraagd via een techniek voor communicatie op afstand (zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van onderneming en consument), is er nog geen overeenkomst gesloten tussen onderneming en consument. Daartoe is het noodzakelijk dat ook de andere elementen van de definitie voorhanden zijn, onder meer de meest cruciale dat ook de sluiting van de overeenkomst gebeurt door uitsluitend gebruik te maken van een of meer technieken voor communicatie op afstand. Wanneer bijvoorbeeld de uiteindelijke overeenkomst op basis van de online aangevraagde offerte gesloten wordt in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van onderneming en consument, gelden de regels inzake overeenkomsten op afstand niet.
Concreet belang
Een onderneming die de strenge verplichtingen inzake verkoop op afstand wil vermijden, maar die internet toch in zekere mate wil gebruiken om de verkoop van haar producten te promoten, kan dit doen op verschillende manieren. Zo kan zij de website uitsluitend aanwenden om algemene reclame te maken, maar zij kan ook reservatie van goederen mogelijk maken of de mogelijkheid tot aanvraag van een offerte voorzien. Zolang bij de uiteindelijke sluiting van de overeenkomst beide partijen fysiek aanwezig zijn, gelden de regels inzake overeenkomsten op afstand niet.
Eerder verschenen op deze blog al een bericht met betrekking tot de te verwachten wijzigingen in de regeling inzake verkoop op afstand en een bericht met betrekking tot het begrip duurzame drager en meer bepaald de vraag of een website in aanmerking komt als duurzame drager.