Europese Commissie plant grondige ingreep inzake B2B-marktpraktijken

In de verhouding tussen onderneming en consument speelt Richtlijn 2005/29 (Richtlijn oneerlijke handelspraktijken) die intussen – zij het op gebrekkige wijze – is omgezet in Belgisch recht. Deze Richtlijn verbiedt in een B2C-context alle handelspraktijken die misleidend of agressief zijn of meer algemeen oneerlijk. De Richtlijn hanteert een grote algemene norm, twee kleine algemene normen en een zwarte lijst om uit te maken of een bepaalde praktijk misleidend, agressief of oneerlijk en dus verboden is.
In de B2B-context bestaat geen equivalent. Wat wel bestaat is Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende en vergelijkende reclame, waarvan de meeste regels voor de inwerkingtreding van Richtlijn 2005/29/EG ook van toepassing waren in de B2C-context en voor een deel dat nog steeds zijn. De Commissie plant nu het voorlopige sluitstuk van de hervorming die zij doorvoert: vermoedelijk mogen we ons verwachten aan een Richtlijn oneerlijke handelspraktijken die geldt in de B2B-context, al dan niet in de vorm van een aanpassing van Richtlijn 2006/114/EG.

Welke problemen werden in een consultatie aan de Commissie gemeld?

De grote meerderheid van de respondenten focuste op een aantal misleidende marketingpraktijken die meestal grensoverschrijdend worden opgezet. Vaak worden ze massamarketingfraude of -oplichting genoemd. Typische voorbeelden zijn:

  • Misleidende bedrijvengidsen die sowieso het bekendste probleem vormen. Dit probleem is toegenomen door de mogelijkheden om online bedrijvengidsen op te maken (erg lage productiekosten). Vooral kleine bedrijven en zelfstandigen worden hiervan het slachtoffer. In België bestaat in dit verband al specifieke wetgeving.
  • Misleidende betalingsformulieren: het gaat dan bv. om facturen voor diensten die de onderneming zogezegd al besteld heeft, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is of om betalingsverzoeken zogezegd uitgaande van publieke overheden.
  • Misleidende aanbiedingen om domeinnamen te verlengen of uit te breiden. De aanbieder beweert een exclusieve, onderscheidende dienst te verlenen, maar in werkelijkheid vraagt hij gewoon veel te hoge prijzen voor een simpele registratie die veel goedkoper bij de officiële dienstverlener kan verkregen worden.
  • Misleidende aanbiedingen om merkenrechtelijke bescherming uit te breiden in andere landen. Het gaat dan om onjuiste en misleidende informatie over de aard van de dienst: er is geen sprake van echte merkenrechtelijke bescherming, maar van een pure registratie in een soort databank.
  • Zogezegde juridische dienstverlening gebaseerd op enkel en alleen publiek beschikbare informatie die al toegankelijk is via gratis juridische databanken. Voor de onderneming wordt er nauwelijks toegevoegde waarde gecreëerd, maar de prijs voor de zo goed als waardeloze diensten is erg hoog.
  • Misleidende marketing omtrent adverteren op sociale netwerksites. De praktijk bestaat uit erg hoge prijzen voor een dienst die veel goedkoper door de netwerksites zelf wordt verleend.

Daarnaast werd er onder meer nog op gewezen dat vooral misleidende praktijken in een online-context problematisch zijn en dat er een toename is in misleidende grensoverschrijdende marketing die ondernemingen treft.

Met welke middelen wil de Commissie die problemen aanpakken?

Het door de Commissie nagestreefde doel is een hogere bescherming voor ondernemingen, vooral dan voor de kleine en middelgrote ondernemingen. Daartoe overweegt de Commissie de volgende mogelijkheden (het gaat onder meer om aanpassingen aan Richtlijn 2006/114/EG):

  • De bestaande regels beter afdwingen: de Commissie wil met de lidstaten nagaan welke maatregelen genomen kunnen worden om de huidige regels beter af te dwingen.
  • Een nieuwe definitie in de Richtlijn van misleidende marketingpraktijken die het toepassingsgebied moet verduidelijken en beter het doel (bescherming van ondernemingen) moet dienen. Het doel is om ook die praktijken te vatten die niet meteen en makkelijk herkend kunnen worden als typische reclame. Nochtans is het huidige reclamebegrip al erg ruim en kunnen mijns inziens de meeste praktijken daaronder al gevat worden.
  • De invoering van een zwarte lijst van praktijken die onder alle omstandigheden verboden zullen zijn. De regeling zou heel sterk doen denken aan Richtlijn 2005/29/EG met een algemeen verbod en een zwarte lijst. Bijvoorbeeld het verbergen van het commerciële karakter van een mededeling zou een praktijk kunnen worden die op de lijst verschijnt of het verbergen van de gevolgen van een antwoord op de mededeling (sluiting van een contract zonder dat de onderneming het beseft).
  • Strengere straffen voor inbreuken op de nationale bepalingen die de Richtlijn implementeren.
  • Een samenwerkingsprocedure voor de diverse nationale autoriteiten die vooral de bescherming van ondernemingen moet garanderen wanneer er sprake is van grensoverschrijdende praktijken. Zo zou er bv. een uitdrukkelijke wederzijdse plicht komen om bijstand en assistentie te verlenen. De lidstaten zouden ook verplicht worden om een nationale autoriteit bevoegd voor B2B-marketing aan te wijzen of op te richten.

De Commissie zou de gelegenheid ook meteen willen aangrijpen om ook de bepalingen inzake vergelijkende reclame op punt te stellen. Zo zou bijvoorbeeld de verhouding tussen die bepalingen en de intellectuele eigendomsrechten worden geregeld of verduidelijkt.

Wat kan uw onderneming intussen doen om zich te beschermen?

De eerste bescherming van een onderneming is uiteraard die onderneming zelf en de mate van voorzichtigheid die die onderneming aan de dag legt bij het beantwoorden van mailings en het intekenen op aanbiedingen. Neem dus de tijd om documenten na te lezen, zeker als de bron ervan onduidelijk of onbetrouwbaar is. In geval van twijfel contacteert u best uw beroepsvereniging, de bevoegde federale overheidsdienst of uw persoonlijke raadsman. Zeker in dergelijke gevallen is voorkomen beter dan genezen.
Komt het dan toch voor dat uw onderneming zich heeft laten vangen door een misleidende marktpraktijk, raadpleeg dan zo snel mogelijk uw persoonlijke raadsman. In sommige gevallen zal hij ook nu al (zelfs zonder het wetgevende optreden van de Europese Commissie) over argumenten beschikken om u alsnog verder te helpen.

U kan de verschillende initiatieven van de Europese Commissie op dit vlak volgen op het betreffende deel van de website van de Europese Commissie